Muziek

maakt al sinds mijn vroege jeugd een belangrijk deel uit van mijn leven. Of het nu de radio was die thuis aan stond, mijn vader die zijn partijen instudeerde of mijn moeder die een langspeelplaat opzette. Het was er altijd en overal. Vaak, wanneer ik thuiskwam uit school en door de keukendeur naar binnen liep, zweefden pianoklanken mij tegemoet. Overdag componeerde mijn vader muziek. Stukken voor ensembles, kamermuziek en composities voor orkest. ’s Avonds, meestal al aan het einde van de middag ging hij als uitvoerend musicus op weg naar een concert en kwam pas laat thuis. Mijn moeder en ik gingen soms mee wanneer het orkest waarin mijn vader werkte in de buurt moest optreden. Als kleine jongen was ik gefascineerd door de muziek maar vooral door de aanblik van de overvolle bühne met minstens 75 musici die hard aan het werk waren.

Op 6-jarige leeftijd kreeg ik vioolles van een collega van mijn vader. Ik was enthousiast en al snel speelde ik met mijn moeder aan de vleugel en mijn vader op klarinet eenvoudige trio-stukjes. De toon, het aanstrijken van de snaren en de vingerzettingen gingen me aardig goed af maar met noten lezen had ik grote moeite. Mijn leraar kwam er pas na twee jaar achter dat ik álles uit het hoofd en dus op mijn gehoor speelde. Wanneer ik voor de volgende les een paar stukjes thuis moest oefenen vroeg ik hem altijd om ze voor te spelen zodat ik wist hoe ze zouden moeten klinken. Ik deed alsof ik de muziek las maar in werkelijkheid speelde ik álles uit mijn hoofd. Aan de noten kon ik wel zien of ik een hogere- of lagere toon moest spelen maar welke toon dat moest zijn wist, en zag ik niet. Het ontbreken van kennis en het lezen van het notenschrift zou een belemmering worden in mijn muzikale ontwikkeling dus ik besloot in overleg met mijn ouders te stoppen met de vioollessen.

Ook toen ik een paar jaren later met piano- en nog weer later met saxofoon-lessen begon, speelde de ‘noten-blindheid’ opnieuw op. Omdat er aan mijn muzikale gehoor niets mankeerde en ik toch ook wel ìets had opgestoken van al die muzieklessen, wilde ik graag muziek blijven maken. Met een paar vrienden van de middelbare school speelde ik jaren in een niet onverdienstelijke cover-band. Zo ontwikkelde ik mijzelf tóch nog op muzikaal gebied.

Na de middelbare school volgde ik een creatieve opleiding waardoor ik in aanraking kwam met fotografie. Ik werd gegrepen door het fenomeen van het vastleggen van licht en schaduw en ging studeren aan de MTS voor Fotografie en Fotonica in Den Haag. Na deze studie belandde ik als leerling in het grafische vak. Er zijn grote overeenkomsten tussen fotografie en lithografie, daarom was dat dus een logische keuze.

Tegenwoordig ben ik nog steeds werkzaam in een grafisch bedrijf. In mijn vrije tijd fotografeer ik af en toe, speel ik met mijn vrienden in een fantastische cover-band en is muziek(maken) nog steeds mijn lust en mijn leven.

De combinatie van muziek en fotografie probeer ik altijd in mijn werk terug te laten komen. De meest dankbare onderwerpen in mijn foto’s zijn daarom “mensen die muziek maken”.